In mijn vorige column schreef ik dat mensen de neiging hebben om te blijven zitten waar ze zitten, tot het niet anders kan. Pas bij een derde overstroming zullen mensen zachtjes aan gaan overwegen om hun huis achter te laten. Eerder kunnen we ons gewoonweg niet voorstellen dat het ooit zover kan komen.
In Tanzania, waar ik een tijd woonde, heb ik meerdere overstromingen meegemaakt. Ik zag wat overstromingen deden – en vooral wat ze niet deden – met de psyche van getroffen mensen. Na elke overstroming likten de getroffen bedrijven, organisaties en inwoners hun wonden. Ze verplaatsten hun servers naar de eerste verdieping, schrobden en sopten hun vloeren, treurden om verloren goederen en data. Maar ze verhuisden niet – tenzij dat moest op gezag van de gemeente.
Omdat ik weet hoe het gaat in Tanzania, denk ik ook te weten hoe het in andere landen zal gaan. Tanzania laat het ons zien.
Tanzania is een land aan zee zonder dijken. Pal aan de Indische Oceaan ligt Dar es Salaam, een stad met meer dan vier miljoen inwoners. Elk jaar overstromen de lager gelegen delen van de stad, vooralsnog niet door zeespiegelstijging, maar door slechte drainage van rivierwater, slecht watermanagement en gebrekkige stedelijke planning.
Toch stijgt ook de zeespiegel. De stranden van de onbewoonde eilandjes voor de kust worden kleiner. Een voor een vallen de rieten strandtentjes ten prooi aan de zee (zie foto). Op het vaste land komt de vloed steeds dieper het land in. Een enorme, oeroude baobab aan zee valt om. Machtig had hij aan het strand gestaan, eeuwenlang, als een wachtman, een voorpost. Nu ligt hij machteloos op zijn zij.
Na elk hoog tij zijn zeewaartse strepen te zien op Ocean Road (tegenwoordig Barack Obama Drive). De strepen bestaan uit dingen die op het land lagen – aarde, plantenresten, plastic – die door het terugwijkende tij op de weg zijn getrokken. Overblijfselen van een nachtelijke overstroming. Tekens van de toekomst.
Incidenteel overstroomt de parkeerplaats van het presidentiële paleis, dat aan zee ligt. Langs de strandweg wordt een laag muurtje gebouwd van een meter hoog. Een poging tot dijk.
Op dit moment in de tijd zijn we nu aangekomen. Maar de zee zal onvermijdelijk nog wat verder stijgen. Het hiernavolgende is speculatie.
Vaker en vaker komt de zee op de parkeerplaats van de president. De president laat er zandzakken neerleggen. Meer en meer bomen langs de stranden vallen om door erosie. De kokospalmen van Coco Beach staan niet meer fier rechtop, maar liggen diagonaal in alle mogelijke hoeken. Als mikado. Als gevelde tinnen soldaatjes.
Met de evacuaties valt best te leven: alle Tanzanianen hebben familie up country, zoals dat heet. Expats trekken zich voor de duur van de overstromingen terug in mooie lodges in het binnenland. Een vrouw met een lodge op een heuvel ruikt geld en bouwt snel vier nieuwe verhuurbare units. Bedrijfjes die zich specialiseren in het opknappen van overstroomde huizen en het vervangen van bekleding van overstroomde auto’s schieten uit de grond.
Na de zoveelste overstroming verschijnen in de dure wijken dicht bij de zee steeds meer bordjes TE KOOP. Mensen trekken landinwaarts en laten hun zooi achter. Een slipper, een oude emmer, een fietswrak, het bouwmateriaal waarmee iemand een extra verdieping op zijn huis had willen bouwen. Op een mooie zondagochtend, als iedereen slaapt, neemt de zee het mee. Al die zooi, al die troep, al die flessen, al dat plastic, al die slippers, komen in de oceaan terecht.
In Nederland kunnen we ons niet meer voorstellen dat ons land ooit zal overstromen. We hebben dijken die ons beschermen, we hebben Rijkswaterstaat en we hebben het Deltaplan. Het gaat al zo lang goed, dat het wel altijd goed zal gaan, zo denken we. Maar als je in het buitenland eenmaal hebt gezien dat overstromingen bestaan, dat de zeespiegel daadwerkelijk stijgt, dan wordt het plotseling voorstelbaar. En dat moet ook, want pas als het voorstelbaar is, kunnen mensen maatregelen nemen.
De foto’s in de kop zijn van het onbewoonde eilandje Bongoyo, voor de kust van Dar es Salaam. Vaak zeilden we hier op zaterdag of zondag heen om te zwemmen en verse vis te eten. De linkerfoto komt uit 2003, de rechterfoto uit 2015. De ronde rieten hutjes op de linkerfoto zijn allemaal ten prooi gevallen aan de zee. De hutjes op de rechterfoto zijn nieuw.
Foto’s zijn schermafbeeldingen van Google Earth.
Geef een antwoord