OPINIE
In deze blogpost betoog ik dat de roman Ik ook van jou van Ronald Giphart een goede kandidaat is voor de volgende editie van Nederland Leest. Ik ook van jou biedt docenten een uitstekend handvat om het in de klas te hebben over stijl, stijlfiguren en literatuur. Daarnaast is Ik ook van jou een mooie aanleiding om te discussiëren over de nieuwe preutsheid. Ja, ook ik ga nog even wat roepen over korte rokjes en blote borsten.
De nieuwe preutsheid
Korte rokjes verboden! Universiteitsblad verwijderd vanwege borstencover! Twitter windt zich op, en ook in serieuze media verschijnen artikelen over de nieuwe preutsheid. Gewoon bloot, dát is pas vies, kopt NRC vandaag. Jongeren vinden bloot vies, douchen niet meer na het sporten, zien schaamhaar als onhygiënisch (zie mijn blogpost hierover) en peinzen er niet over om topless te zonnen. Dit is de nieuwe preutsheid.
Met weemoed herinneren sommigen zich de vrije jaren zeventig en tachtig. Kinderen die onschuldig rondrenden in hun blootje. Volwassenen die naakt en wijdbeens en vol schaamhaar op het strand lagen. Een poster van een politieke partij die een blote vrouw in de wei afbeeldt. Vrije liefde, vrije seks. Onschuldig naakt. En, voegt Giphart daar aan toe: onschuldig neuken.
Vroeger neukte Fräser veel onschuldiger dan nu. (…) Seks was simpelweg een voortzetting van de speeltuin, een soort stoepranden, maar dan zónder straat ertussen. Spelen, onbekommerd allerlei onmogelijke standjes uitproberen, pijn in je tamp van iedere nieuwe godvergeten erectie, een schorre keel van alle schaamharen achter je huig. Als een vrolijke aap de wereld exploreren, héé een pik, héé een kut, en daarna lekker seksen, gewoon onbezonnen, ongenegeerd lekker seksen. Lekker pijpen. Lekker beffen. Lekker naaien. Vrolijk neuken. Niet bang zijn om af en toe eens een vingertopje in een anus te draaien, gewoon lekker onbezorgd op en neer! Onschuldig dus, jongen.
Uit: Ronald Giphart, ‘Ik ook van jou’ (ebook via youbedo.nl)
Dit is een van de mindere pagina’s uit Ik ook van jou. Ik zeg het er maar even bij. Maar als u boven de veertig bent en deze tekst u schokt, dat is het de hoogste tijd om eens een serieuze discussie aan te gaan over seks in literatuur. Als u onder de veertig bent en deze tekst u schokt, dan is het de hoogste tijd dat u Ik ook van jou gaat lezen, al is het maar om een inkijkje te krijgen in de seksuele vrijheid van de jaren zeventig en tachtig. Maar dat is niet de enige reden om deze roman te selecteren voor Nederland Leest.
Stijlfiguren
In de NRC van 16 mei 2015 stond een recensie van het nieuwe Groot retorisch woordenboek. Lexicon van stijlfiguren, van Paul Claes en Eric Hulsens. De recensie begint zo:
Wie weet nog wat een metonymie is? Of een zeugma, een anakoloet, een allusie?
Ja, ik natuurlijk, hahah, maar ik ben neerlandicus, dus ik ken mijn stijlfiguren. Paul Claes stelt dat veel stijlfiguren die al duizenden jaren worden gebruikt, in onbruik zijn geraakt. Onder invloed van de Angelsaksische literatuur is sinds de Tweede Wereldoorlog de nadruk komen te liggen op spreektaal. Hij vindt dit een verarming voor de Nederlandse literatuur.
Ronald Giphart heeft in Ik ook van jou alle stijlfiguren verwerkt die genoemd worden in het boek Literaire kunst van Lodewick. Dit beroemde boekje is de voorganger van het nieuwe Groot retorisch woordenboek: het werd gebruikt op veel universitaire opleidingen Nederlandse letterkunde.
Alle stijlfiguren uit Literaire kunst komen dus voor in Ik ook van jou: van zeugma tot allusie, van metonymie tot oxymoron, van chiasme tot hysteron proteron. De manier waarop Giphart ze gebruikt is toegankelijk en speels, geschikt voor een breed publiek.
Literatuur
Daarnaast heeft Ik ook van jou literaire waarde, onder andere vanwege de twee verhaallijnen, de intertekstualiteit en de octaviteit. De literatuuropvattingen van de hoofdpersonen én de ontvangst van het boek door critici roepen vragen op over wat literatuur is. Moet literatuur serieus zijn of mag het ook speels? Mag literatuur gaan over geluk en voorspoed, of moet het bij voorkeur gaan over ellende? Mag de zon schijnen, of moet het altijd regenen in een roman? Is een roman per definitie geen literatuur als het over opgewekte onderwerpen gaat? En kan een literaire roman eigenlijk over seks gaan, of diskwalificeert een roman zich daardoor bij voorbaat?
Waardevol literaire termen
Wat ik daarnaast als docent waardevol vind, is dat het boek de lezer meeneemt op ontdekkingsreis door de literaire wereld. Aan de orde komen allerlei literaire termen zoals magnum opus, locus amoenus en postmodernisme. De roman bevat talloze verwijzingen naar de Nederlandse en de wereldliteratuur: Petrarca, Vergilius, Shakespeare, Reve, Multatuli, Nijhoff, Bloem, Van Ostayen, enzovoort. Er zijn verwijzingen naar Schopenhauer, Bert Haanstra, Helena van Troye, het epicurisme, Gone with the wind, Vera Lynn, Laurel en Hardy en vele anderen. Het is een rijk boek en een feest der herkenning voor de goede verstaander.
Kortom…
Als docent Nederlands en als liefhebber van de Nederlandse taal- en letterkunde zou ik graag zien dat Ik ook van jou geselecteerd wordt voor Nederland Leest. Het voldoet aan alle criteria die de CPNB hanteert voor de selectie: de roman heeft literaire waarde, is niet recent, is geschikt voor een breed publiek en geeft aanleiding tot discussie.
Foto: Verkiezingsposter van de PSP uit 1971, gemaakt door George Noordanus.
Geef een antwoord