COLUMN | GEDICHT

Zijn blote billen
Twee grote volle manen
Op schoon, wit linnen.

In januari stuurde ik twee haiku’s in voor een haikuwedstrijd. De ene haiku staat hierboven, de andere was een vrouwelijke variant. Welke denkt u dat geplaatst werd?

De vrouwelijke variant ging zo:

Haar blote billen

Twee grote volle manen

Op zacht, wit linnen.

Oplettende lezertjes zullen opmerken dat het verschil ‘m niet alleen zit in het bezittelijke voornaamwoord in de eerste regel. Ook in de derde regel is iets veranderd. Waarom liggen ZIJN billen op schoon linnen en HAAR billen op zacht linnen?

Dat heeft te maken met mannenbillen. Zelf kan ik de schoonheid inzien van mannenbillen, althans van blanke, donzige jongelingbillen, maar ik kan me ook voorstellen dat mensen bij mannenbillen denken aan bonkige hompen, met donker haar en pukkels. Aan lelijke, ja zeg maar gerust vieze lichaamsdelen. Achterwerken waarmee je niets te maken wilt hebben en die je ook niet onverhoeds in een haiku wilt tegenkomen.

De mannenbillen die ik in gedachten had voor dit gedicht zijn mooi, zacht, rond en blank, maar leg dat maar eens uit in een gedicht van dertien lettergrepen. Om de mogelijke associatie met ‘vies’ te ondervangen, zette ik in de laatste regel het woord ‘schoon’. Blote billen op schoon, wit linnen. Om even de puurheid en de schoonheid van de billen uit te drukken [no pun intended].

Toch twijfelde ik of de jury een haiku zou selecteren over zoiets potentieel grotesks als mannenbillen. Ik speelde op safe en stuurde ook een vrouwelijke variant in. Gek genoeg roept het woord ‘schoon’ bij vrouwenbillen heel andere associaties op. Je ziet die schone billen liggen op dat schone, witte laken. Dat zijn geen billen om aan te raken. Schoon zijn ze en schoon moeten ze blijven. De kille billen van een kloosterling.

In de vrouwelijke variant werden het dus zachte billen, waarmee ze een stuk benaderbaar werden. Maar het woord ‘zacht’ past niet bij de rest. De klankrijkdom is minder. ‘Schoon’ assoneert met ‘bloot’ en ‘groot’, ‘wit’ assoneert met ‘billen’ en ‘linnen’, maar ‘zacht’ is een vreemde eend in de bijt. Zacht hoort niet thuis in dit gedicht.

Zag de jury dit ook en selecteerde zij de mannelijke variant? Ik zal het nooit weten. Ik heb geen ontvangstbevestiging ontvangen, geen terugkoppeling, geen aankondiging van het haikuboek waar de winnende haiku’s in zouden worden opgenomen, niets. Wat blijkt: de schrijfwedstrijd is uitgeschreven door een frauduleuze uitgeverij, Manalone. Dit vond ik op internet, als reactie op een blogpost:

“Die uitgeverij PAMAC (…) is frauduleus failliet gegaan. Heeft twee jaar lang geen royalties uitbetaald maar wel boeken verkocht, heeft al het geld achtergehouden en is nu actief onder de naam Manalone, dat ook al geen lang leven beschoren lijkt. Oplichting! Opletten!”

Manalone, een schimmig uitgeverijtje van een man alleen.
De associatie met mannenbillen doet je huiveren.

(Dit is al de tweede column die iets met billen te maken heeft. Toeval?)